Bosch 1644-24 User Manual Page 120

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 119
73
begraven in de chartreuse van St. Barbara te Keulen. Pieter Balen was de langst
levende professus van het klooster Zonneberg. Petreïus (VI, 1110), die hem van
nabij gekend heeft, noemt hem een man van heiligen levenswandel.
Zie: le Vasseur,
Ephemerides Ordinis Cartus.
III (Monstrolii 1891), 176.
Scholtens
[Balen, Joannes van]
BALEN (Joannes van), kartuizer, overl. nabij Edingen 21 Oct. 1475. Aanvankelijk
was hij magister artium in het college Het Verken te Leuven, waar men hem om zijn
geleerdheid hoogachtte. Daarna trad hij in het kartuizerklooster ‘Capella B. Mariae’
bij Edingen en werd er als monnik geprofest tijdens het prioraat van Laurentius
Muscheselius. Gedurende bijna 6 jaren bestuurde hij vervolgens het kartuizerklooster
van Sint Andries ter Zaliger Haven buiten Amsterdam. Van deze functie ontheven,
keerde hij weder naar het huis zijner professie terug om weldra, omstreeks 1454,
toen een chartreuse bij Brussel werd opgericht, aldaar benoemd te worden tot
vicarius. Na eenige jaren, (omstreeks 1460) riep men hem als prior aan het hoofd
van het klooster van Sint Jan Baptist te Zeelhem bij Diest, welk huis hij ongeveer
10 jaren heeft bestuurd. Daarop heeft men hem wegens zijne gebreken ten gevolge
van rheumatiek van dit ambt ontheven. Hij keerde terug naar Edingen, waar hij tot
aan zijn dood is gebleven en zijn laatste rustplaats vond. De kroniek van dit klooster
vermeldt, dat hij algemeen bemind was om zijn buitengewone deugden en zacht
karakter. Hij is ook een tijdlang novicenmeester geweest.
Zie: le Vasseur,
Ephemerides Ord. Cartus.
IV (Monstrolii 1892), 21-22;
Bijdr.
en Med. Hist. Gen. Utr.
IX, 327.
Scholtens
[Baltensz, Frans]
BALTENSZ (Frans). Over zijn vader Balten Fransz. spreekt Schotel,
Kerkel.
Dordrecht
I (Utr. 1841), 52, 203. De zoon was boekdrukker te Dordrecht, aanhanger
van David Joris, den dweepzieken wederdooper. Hij schreef:
Gulden kleinoodt,
streckende tot verclaringhe van het
13
de capittel des Euangeliums Johannis
(1635).
De kerkeraad van Dordrecht verklaarde op 27 Dec. 1635 van den schrijver, dat ‘hij
een persoon was, seer swack ende kranck van herssenen’, en nam de gebruikelijke
maatregelen tegen de verspreiding van zijn geschrift. Hij liet volgen:
Samaritane
ofte spiegel der Godvreesentheyt en eerbaarheyt ofte gespreck van den Heere met
het rechtgeloovigh wijf van Samaria
.... (1648), een boek dat door zijn
onverstaanbaarheid vermaard is geworden en om zijn zeldzaamheid gezocht wordt.
Men verhaalt dat, vóór het gedrukt was, de regeering de uitgave verboden had. De
schrijver knipte het handschrift in snippers, soms van slechts halve en heele regels,
schudde alles in een mand of zak dooreen, en voegde deze stukjes door elkander
op zijn drukpers. Het
Naamregister van Ned. Boeken
van Abcoude en
Arrenberg verhaalt dat er zelfs een herdruk van verscheen te Amsterdam. Ook
moet hij, volgens dezelfden, nog geschreven hebben:
Historie van Joseph
.... (Dordr.
1648).
Zie: Visscher en van Langeraad,
Biogr. Woordenb. van Prot. Godgel.
in Ned.
I (1903), 310 v.;
Vaderl. Letteroefen.
, 1835 (Dec.); C. Sepp,
Het
staatstoezicht op de godsd. letterk. in de Noordel. Nederl.
(Leid. 1891), 70-72;
Bibliotheca theologica et philos.
(Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 24
(no. 590).
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 119
1 2 ... 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 ... 207 208

Comments to this Manuals

No comments