Bosch 1644-24 User Manual Page 142

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 141
85
stud. hon. litt. ingeschreven. Ten gevolge van de twisten van zijn vader met de
predikanten (zie boven) weinig kans hebbende om zijn doel te bereiken, volgde hij
in 1611 zijn broeder Jacob naar Zierikzee om daar met zijn familielid Joos
Lambrechtsen (stamvader der bekende familie) het kaarsemakersvak van zijn
vader te gaan uitoefenen, waarmede tevens het leggen van waterleidingen voor de
bierbrouwerijen verbonden was. Deze omstandigheid en aangeboren aanleg maakte
de studie der natuurwetenschappen tot zijn eigenlijke liefhebberij, waarin hij echter,
behalve enkele cijferlessen bij Jan van den Broecke te Rotterdam, nimmer
eenig onderricht had genoten. Wel werd B.'s verblijf te Zierikzee in den zomer van
1612 nog onderbroken door een reis naar de protestantsche academie te Saumur
en werd hij in 1613 door de walchersche classis als proponent aangenomen, doch
hij maakte geen werk, of slaagde niet een predikants plaats te verkrijgen. Zijn niet
lang geleden teruggevonden aanteekeningen omtrent zijne studiën wijzen uit dat
hij destijds brieven wisselde met Willebrord Snellius (zie art. in dit deel), met wien
hij wellicht in kennis was gekomen door Philips van Lansbergen (II, kol. 775); hij
stelde experimenteel, lang voor anderen de uitstroomingswet van vloeistoffen vast
en kreeg helder inzicht in het destijds nagenoeg onbekende inertiebeginsel, ofschoon
dit aanvankelijk te ruim formuleerende. Intusschen maakte hij een reis naar Brussel
en een zakenreis naar Engeland in 1616, waarschijnlijk in verband met de
omstandigheid, dat hij dit jaar de zaak te Zierikzee overdeed, om zich verder, veelal
bij zijn broeder Jacob, thans te Veere, aan eigen studies te wijden, die in het bizonder
de medicijnen betroffen. Ook hierin autodidact promoveerde hij 6 Sept. 1618 aan
de universiteit te Caen tot doctor medicinae, na de verdediging van stellingen, waarin
hij o.a. in het aannemen van den druk der lucht zijn tijdgenooten ver vooruit blijkt te
zijn, en eene dissertatie
de Febre tertiana
. Op een uitstapje naar Breda maakte hij
in Nov. 1618 kennis met Descartes, als jong soldaat daar destijds in garnizoen.
Volgens het oudste omtrent die ontmoeting bestaande verhaal (dat van Lipstorp)
vond zij haar oorsprong in een volgens de gewoonte dier tijden aangeslagen
vraagstuk, waarvan Descartes reeds den volgenden dag aan B. de oplossing zou
hebben gebracht. Behalve muziektheoretische kwesties zijn het, blijkens B's papieren,
bevestigd door die van zijn vriend, vooral de verklaring van het hydrostatisch paradox
en de afleiding der toen geheel onbekende wet der vrij vallende lichamen (eerst in
1632 door Galileï gepubliceerd) geweest, die tusschen beiden behandeld zijn. Het
eerste, reeds door Stevin gevonden, kon voor het aanslaan als vraagstuk minder
in aanmerking komen, terwijl, wat het tweede betreft, B. meer de gevende dan de
ontvangende partij is geweest, in zooverre hij ons een juiste (en van die van Galilei
verschillende) afleiding dier wet heeft nagelaten, in wier reproductie Descartes ook
nog later meermalen heeft gefaald. Intusschen is genoemd verhaal misschien slechts
een variatie op de waarheid, dat Descartes voor zijn vriend in korten tijd een
Compendium Musicae
schreef (eerst in 1650 gedrukt). Nadat B. naar Middelburg
was teruggekeerd, zond Descartes hem nog eenige brieven, o.a. over de oplossing
van 3e en 4e machtsvergelijkingen, maar vooral merkwaardig om de daarin
uitgesproken appreciatie van B., in welk soort van lofuitingen de fransche wijsgeer
steeds zeer karig is geweest. ‘Gij alleen’ - schreef hij - ‘hebt mij uit mijne traagheid
wakker geschud, de reeds bijna vervaagde kennis doen herleven en het
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 141
1 2 ... 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 ... 207 208

Comments to this Manuals

No comments