Bosch 1644-24 User Manual Page 162

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 161
100
surnumerair van den waterstaat, en behaalde het eerste nummer. Er was besloten,
het korps met vier surnumerairs (een rang, die voor dien tijd niet bestond) uit te
breiden. Daar er bovendien twee vacatures in het korps open waren, werd van den
Berg bij ministerieele beschikking van 21 Mei 1853 met ingang van 1 Juli d.a.v.
dadelijk tot aspirant-ingenieur benoemd, terwijl hij werkzaam gesteld werd op het
bureau van den inspecteur L.J.A. van der Kun (II, kol. 738) te 's Gravenhage. Hij
bewerkte hier o.a. eene nota over de afneming der duinen, waarvoor hem vanwege
de regeering eene dankbetuiging gewerd.
In het begin van 1855 droeg de minister van Koloniën aan eene commissie,
bestaande uit van der Kun, L. Rijsterborgh (IV, kol. 1190) en jhr. J. Ortt van
Schonauwen (II, kol. 1033) en waarvan van den Berg secretaris was, op, uit Indië
ontvangen plannen voor de verlegging van de Solorivier te beoordeelen. Zij bracht
11 Juni 1855 een gunstig advies uit. Ook heeft hij toen of (waarschijnlijk) later ten
behoeve van het Nederlandsch woordenboek van de Vries en te Winkel eene lijst
van technische termen opgemaakt.
Met ingang van 1 Nov. 1855 werd van den Berg toegevoegd aan den ingenieur
J.A.A. Waldorp (III, kol. 1378) te Arnhem. Hij bleef hier slechts kort, daar hij met
ingang van 15 Aug. 1856 werd aangewezen als ingenieur voor het arrondissement
Zutfen. Bij Koninklijk besluit van 30 Dec. 1857 werd hij met 1 Jan. 1858 tot ingenieur
2e klasse bevorderd, en met ingang van 1 Mei 1860 werd hij naar Leeuwarden
verplaatst, waar de westelijke helft van Friesland zijn dienstkring vormde.
Toen de delftsche Academie, ingevolge de wet op het middelbaar onderwijs,
vervormd werd tot Polytechnische School, werd van den Berg buiten zijne voorkennis
bij Koninklijk besluit van 29 Juni 1864 met ingang van 15 Sept. d.a.v. benoemd tot
hoogleeraar aan de nieuwe inrichting, terwijl hem tevens eervol ontslag als ingenieur
van den waterstaat verleend werd. Het waren F.W. Conrad (II, kol. 314) en C.I.
Bolten (V, kol. 45), de laatste zelf een uitstekend wiskunstenaar, die zeer terecht
van oordeel waren dat van den Berg als hoogleeraar beter tot zijn recht zou komen.
De bescheiden van den Berg was in den aanvang weinig met zijne nieuwe betrekking
ingenomen, maar langzamerhand veranderde de ontevredenheid in groote liefde
voor zijne betrekking. Het eene jaar gaf hij beschrijvende en analytische meetkunde,
het andere jaar differentiaal- en integraalrekening, steeds in de hoogere studiejaren
toegepaste mechanica en hydraulica. Zijne colleges waren deugdelijk maar niet
opwekkend. Hetgeen in het leerboek stond, werd geheel dienovereenkomstig
medegedeeld; men moest daarbij het geheugen van van den Berg bewonderen,
dat het hem mogelijk maakte, de grootste formules uit het hoofd zonder ooit eene
fout te maken, op het bord te schrijven. Voor analytische meetkunde volgde hij het
leerboek van Lefébure de Fourcy, toen in den studentenalmanak de wensch werd
uitgesproken, dat het meer bevattelijke leerboek van Briot en Bouquet door hem
gevolgd zou worden. Bij het begin van den nieuwen cursus deelde hij mede, dat hij
dit in het vervolg zou doen en dit leerboek werd sedert even volkomen als vroeger
het andere gevolgd.
Met bewonderenswaardigen ijver nam van den Berg van 1864 tot 1876 bij zijn
hoogleeraarsambt de betrekking van bibliothecaris der Polytechnische School waar.
Als zoodanig heeft hij de catalogussen dier bibliotheek, die alle ten behoeve van
de oude octrooiwet aangeschafte boeken bevatte en daardoor technisch zeer
uitgebreid was, samenge-
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 161
1 2 ... 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 ... 207 208

Comments to this Manuals

No comments