Bosch 1644-24 User Manual Page 202

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 201
127
leidsche Universiteit. In 1680 gaf hij (een herdruk van?)
Justinianaei de Stolatae
Virginitatis jure, Lucubratio Academica
(Lugd. Bat.). Uitgeweken naar Engeland,
studeerde hij te Oxford en promoveerde er tot dr. jur. Hij verzamelde zeldzame
boeken, schilderijen, prenten en in het bijzonder een belangrijke collectie schelpen
en horens. Het berouw over zijn levenswijze, dat hij toont in
De Fornicatione cavenda
admonitio, sive adhortatio ad pudicitiam et castitatem
was misschien oprecht. Op
het eind van zijn leven is hij krankzinnig geworden. Vermoedelijk is hij kort na 1712
overleden. In Engeland schijnt hij voortgeholpen door I. Vossius (zie I, 1519). Daar
verschenen nog van hem eenige hekelschriften op engelsche bisschoppen en na
zijn dood
De Prostibulis veterum
. Mogelijk is ook door hem geschreven:
Eerste
Pleidoy van Mr. A.B. Rechtsgeleerde, in cas. van Falsiteit
, 1677.
Zijn portret is gegraveerd door Munnickhuysen naar J. de Vois 1679, door W.
Sherwin in zwarte kunst naar I. Palinck, voorts door P. Schenck, een onbekende
en in zwarte kunst door S. Beckett.
Zie: M.F. Lantsheer en F. Nagtglas,
Zelandia Illustrata
II, 358, welke
verzameling eenige portretten van B. bevat; F. Nagtglas,
Levensberichten van
Zeeuwen
I, 36.
Mulder
[Beverland, Johannes]
BEVERLAND (Johannes), volgens de la Rue een broeder van den vorige.
Volgens prof. te Water is hij geboren te Lillo. Hij zou te Leiden gestudeerd hebben,
en daar gepromoveerd zijn in 1660 op een dissertatie
de Anno et Sabbatto
; echter
komt hij noch in het
Album stud.
, noch in Molhuysen's
Bronnen tot de Gesch.
der Leidsche Univ.
voor. Hij is predikant te Yarmouth geweest en gaf in 1679 te
Middelburg een vertaling eener leerrede uit bij de inwijding der kerk te Flixton. In
1674 werd hij predikant te Waterlandkerkje, vanwaar hij in het voorjaar van 1687
weer naar Engeland vertrok.
Zie: Nagtglas,
Levensber. van Zeeuwen
, 38; archiefstukken.
Mulder
[Beverningk, Hieronymus van]
BEVERNINGK (Hieronymus van), geb. te Gouda, 25 Apr. 1614, overl. 30 Oct.
1690, stamde uit een pruisisch geslacht; zijn grootvader Joan of Jan v.B. was in
1575 met graaf Philips von Hohenlohe naar Holland gekomen, als artillerie-generaal
in staatschen dienst getreden en had een dochter van den burgemeester van Gouda,
Dirk Lonk, gehuwd. Hun zoon, Melchior van B. huwde Sibilla, een dochter
van den hollandschen officier Leonard Standert, uit welke verbintenis
Hieronymus geboren werd. Deze bezocht eerst in zijn geboorteplaats de latijnsche
school, waar hij o.a. onderwezen werd door den rector Jacobus Hovius, studeerde
daarna te Leiden en voltooide zijn opvoeding met een reis naar Frankrijk. Op
31-jarigen leeftijd werd hij in 1645 tot schepen der stad Gouda gekozen en het
volgend jaar als gecommiteerde naar de Staten van Holland afgevaardigd. In 1650
belastten deze hem (en den heer van Brederode) met het uitnoodigen van de Staten
van Utrecht ter Groote Vergadering, waar van B. in 1651 zijn gewest
vertegenwoordigde. Op deze vergadering werd v.B.'s bekwaamheid algemeen
erkend, men luisterde naar hem, ‘zijn inzichten werden vaak gevolgd’.
In 1653 werd hij lid van de Staten-Generaal en in hetzelfde jaar (met Willem
Nieuwpoort, Paulus v.d. Perre en Allard P. Jongestal) naar Engeland gezonden met
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 201

Comments to this Manuals

No comments