Bosch 1644-24 User Manual Page 204

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 203
128
als anti-oranjegezind en als aanhanger van de Witt bekend stond, ervan verdacht
Cromwell de Acte van Seclusie in den mond te hebben gegeven; van deze
beschuldiging zuiverde hij zich door een beëedigde verklaring. Deze verdenkingen
waren echter de oorzaak, dat zijn verwachte benoeming tot thesaurier-generaal niet
doorging, omdat de staten van Friesland hun reeds gegeven stem weer introkken.
Eerst in 1657 kon v.B. ook deze waardigheid aanvaarden.
Het meest is v.B. op den voorgrond getreden als gezant, waartoe hij de noodige
eigenschappen bezat; hij was welbespraakt, schrander en handig. Van 1665 tot
1679 vervulde hij een lange reeks van diplomatieke zendingen en dit meestal met
succes. Zoo werd hij in 1665 door de Algemeene Staten naar Kleef gezonden om
de geschillen met den keurvorst van Brandenburg bij te leggen. Hij sloot met dezen
een verdrag en slaagde er tevens in een vrede met bisschop Cristoffel van Munster
en een met Bernard van Galen te bewerken. In 1667 droeg hij veel bij tot het tot
stand komen van den vrede van Breda, waarheen hij met Ripperda tot Beurze,
Pieter de Huybert, Allard Jongestal en Tjaarda van Sterkenburg was afgevaardigd.
Gewoonlijk was hij bij de besprekingen met de engelsche gezanten de woordvoerder.
Het volgend jaar was hij te Aken en in 1670 ging hij als buitengewoon gezant naar
Madrid, waar hij een defensief verbond met Spanje tot stand bracht.
De verheffing van den prins van Oranje bracht in van Beverningk's positie geen
verandering, (ofschoon hij het geweest was, die uit alle macht in 1657 de benoeming
van Willem van Nassau tot veldmaarschalk had tegengewerkt en hij met de Witt in
nauwe vriendschapsbetrekkingen had gestaan). Hij volgde het prinselijke leger als
gedeputeerde te velde en tijdens de onderhandelingen met de britsche gezanten
Arlington en Buckingham stond hij den stadhouder ter zijde. In 1673 trad hij opnieuw
als gezant op te Keulen en in 1676 en 1678 voerde hij de besprekingen met de
fransche gevolmachtigden. In het laatstgenoemde jaar in het koninklijk kamp te
Wetteren, waar Lodewijk XIV een wapenstilstand van 6 weken afsloot. Ook in het
totstandkomen van den definitieven vrede van Nijmegen (1678) had van Beverningk
een groot aandeel. Het laatste verdrag, dat hij bewerkte, was dat van vrede en
koophandel met Zweden in 1679.
Op zijn eigen, reeds vroeger gedaan verzoek, trok hij zich daarna geheel terug,
om de laatste 10 jaren van zijn leven op zijn buitenplaats Lokhorst (of Oud-Teylingen,
een uur buiten Leiden) door te brengen. Alleen het curatorschap der leidsche
hoogeschool, dat hem in 1673 opgedragen was, bleef hij waarnemen.
v.B. was een groot liefhebber zoowel van boeken als van planten en kruiden; hij
bezat een kostbare boekerij en een wereldberoemden plantentuin, waaruit hij de
hoogeschool dikwijls geschenken gaf. Toen hij bezig was de bibliotheek van Isaac
Vossius, die de universiteit op zijn aandringen gekocht had, te rangschikken,
struikelde hij ‘op een hoge trappe in de universiteyt tot Leyden’, wat de onmiddellijke
aanleiding tot zijn dood werd. Hij overleed 30 Oct. 1690; het stoffelijk overschot
werd in de Groote Kerk te Gouda bijgezet, op den toetssteen een grafschrift van
Graevius geplaatst. Daar hij bij zijn echtgenoote Johanna le Gillon (uit een
picardisch geslacht, geb. te Amsterdam 11 Mei 1635, overl. 17 Sept. 1707), geen
kinderen had, gingen zijn bezittingen over op zijn neef J.v.d. Dussen, burgemeester
van Gouda.
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 203
1 2 ... 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208

Comments to this Manuals

No comments