Bosch 1644-24 User Manual Page 205

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 204
129
Van Beverningk, wiens zinspreuk luidde: ‘Ne te quaesiveris extra’, wordt door vóór-
en tegenstanders als een man van buitengewone talenten geroemd. Dat zijn
lastgevers zijn verdiensten op hoogen prijs stelden, spreekt wel van zelf: bij zijn
aftreden als thesaurier-generaal in 1665 vereerden de St. Generaal hem een gouden
beker, na het tot stand komen van den vrede van Aken een zilveren tafelservies.
De stad Gouda benoemde hem tot hoofdschout en telde hem onder haar
burgemeesters. Lodewijk XIV zond v.B., nog voor zijn vertrek uit het kamp te
Wetteren, twee van zijn beeltenissen met diamanten omzet, welke deze echter
terugzond.
Algemeen noemde men hem den ‘peysmaker’. Tegenover dit alles staat, dat v.B.
niet alleen door de Oranjegezinden van zijn tijd, maar ook door latere
geschiedschrijvers minder gunstig wordt beoordeeld. Vooral zijn houding te Londen
in 1653 en te Nijmegen in 1678 (waar de vrede gesloten werd, toen de Prins nog
te velde was), is veel becritiseerd, o.a. door Sir William Temple, door Bilderdijk en
van Kampen.
Een door J. de Baen in 1673 geschilderd (door J. Houbraken en H. Bary
gegraveerd) portret is in het Rijksmuseum te Amsterdam, een door B. Vaillant in
1679 geschilderd (door A. Bloteling gegraveerd) in het museum te Nijmegen;
vervolgens graveerden A. Bloteling en N. Verkolje naar een door N. Maes geschilderd
portret, dat 26 Nov. 1851 in een veiling te Amsterdam voorkwam; ten slotte gravures
door H.H. de Quiter in zwarte kunst en door C.L. van Kesteren. Afbeeldingen bij
Wagenaar, dl. XVI bl. 130 en in
Eigen Haard
, 1898, bl. 1616.
Zie: S. Ka1ff,
Een staatsman uit de Gouden Eeuw
in
Eigen Haard
1898, 616,
631;
Lev. v. Ned. Mannen en Vrouwen
IV, 199; van Kampen,
Vad.
Karakteristieken
II; Schotel,
Iets over Hieronymus van B. en Bruno v.d. Dussen
('s Hertogenb. 1847); verder in de geschiedwerken van den tijd Aitsema,
Wicquefort, Temple enz. Nog bij Petit,
Repertorium
.
Schallenberg-van Huffel
[Bevers, Mr. Jean Gustave Stanislas]
BEVERS (Mr. Jean Gustave Stanislas), geb. te Roermond 23 Sept. 1852, overl. te
's Gravenhage 5 Jan. 1909, was de zoon van A. Bevers, hypotheekbewaarder
en M.C. Hultermans. Hij genoot lager onderwijs op eene bijzondere school te
Roermond en op de school der broeders van St. Vincentius te 's Gravenhage en
middelbaar onderwijs aan het Ignatius-college te Katwijk. Hij werd in 1872 als student
in de rechten ingeschreven aan de leidsche universiteit, deed in 1876 met goed
gevolg examen voor candidaat-notaris, en promoveerde in 1877 op eene dissertatie
over
Poging tot misdrijf met ondeugdelijke middelen op een ondeugdelijk voorwerp
.
Hij vestigde zich na zijne promotie als advokaat en procureur te 's Gravenhage en
mocht zich spoedig in eene goede praktijk verheugen. Eene politieke loopbaan trok
hem echter meer aan, en hij zag zich 21 Juli 1885 tot lid van den Gemeenteraad
zijner woonplaats, 11 Mei 1886 tot lid der Provinciale Staten van Zuid-Holland voor
het kiesdistrict Zoetermeer en 20 Mrt. 1888 tot lid van de Tweede Kamer gekozen.
In laatstgenoemde betrekking werd hij 10 Aug. 1894 na de Kamerontbinding niet
herkozen. Op 18 Juni 1896 werd hij gekozen tot wethouder van 's Gravenhage.
Hem werden de openbare werken toevertrouwd. Hij wist zich zeer spoedig met de
vele hier voorkomende technische vraagstukken bekend te maken en verdedigde
de belangen van den technischen dienst steeds op uitstekende wijze in den
gemeenteraad. Zijne onderhoorigen hadden
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 204
1 2 ... 200 201 202 203 204 205 206 207 208

Comments to this Manuals

No comments