Bosch 1644-24 User Manual Page 80

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 79
48
gelithografeerd door Delfech, A. Maurin en G. Kuestner.
Zie: Lievyns, Verdot et Régat,
Fastes de la Légion d'honneur
(Paris
1842) I, 333; Robinet, Robert et le Chaplain,
Dictionnaire historique et
biographique de la Révolution et de l'Empire
(Paris s.d.) I, 68; Ch. Gavard,
Galerie
des maréchaux de France
(Paris 1839) no. 7 (staat van dienst); Lobedanz,
Helden uit Napoleon's tijd
(uit het Deensch, Zutphen, Thieme, z.j.) 86-120;
Andréossy,
Campagne sur le Mein et la Rednitz de l'armée gallo-batave aux
ordres du Général Augereau
(Paris 1802);
Mémoires du Général Baron de Marbot
(Paris s.d., table des noms); Legrand,
La Révolution française en Hollande
(Paris
1894) 258-285; Bosscha,
Neerlands Heldendaden te land
(Leeuwarden 1873)
159-166; G.J. Pijman,
Bijdragen tot de voornaamste gebeurtenissen, voorgevallen
in de Republiek der Vereenigde Nederlanden van
1778-1807 (Utrecht 1826) 101-117;
Journal rédigé
par Daniel Delprat 201-254 in
Bijdr. en Med. van het Hist.
Genootschap
1892; G.W. Vreede,
Gesch. der Diplomatie van de Bat. Rep.
(Utrecht
1864) II
1
, 153 en 181-213; H.T. Colenbrander,
Gedenkst. der Alg. Gesch. van
Nederland III en IV, Alph. Reg. der Persoonsnamen
, in voce
Augereau
.
Koolemans Beijnen
[Augiers, Philippus]
AUGIERS (Philippus), priester, geb. te Dendermonde, overleed als pastoor te
Middelburg 14 Oct. 1713. Zijn naam komt niet voor in het bekende
Necrol. Harlem.
in
De Katholiek
1871. Eerst was hij werkzaam als onderpastoor te Laerne bij
Dendermonde. 26 Mei 1684 werd hij op aanbeveling van de barones Ger. van
Vilsteren te Laerne aangesteld als kapelaan van den gezant van Spanje in den
Haag. De wijze, waarop hij vermeld wordt door van Heussen,
Historia episc.
Middelb.
25, doet vermoeden, dat hij een onverschrokken tegenstander geweest is
der utrechtsche Jansenisten in den strijd, die toen zeer hevig was. Uit de
documenten, uitgegeven in
Bijdr. bisdom Haarlem
III, 241, 247 en vv., blijkt duidelijk,
dat Augiers behoorde tot de katholieke priesters, die de schorsing en het ontslag
van den apostolischen vicaris P. Codde door den Paus en de aanstelling van den
nieuwen vicaris, Damen, als wettig erkenden. Toen de Staten van Holland het voor
de partij van Codde opnamen, was Augiers gerangschikt onder diegenen, tegen
wie men om hunne ‘oproerige conduiten’ zou procedeeren (
Bijdr. Haarlem
, III, 251).
Als kapelaan van den gezant, Franc. de Sousa Pacheco, die eerst Spanje, sinds
het uitbreken van den Successie-oorlog alleen Portugal vertegenwoordigde en die
1702 ook het gezantshotel van Spanje had betrokken, was Augiers onder veilige
hoede. 17 Mrt. 1706 zegde op lastgeving der Staten de baljuw van Rijnland den
gezant aan, dat zijn kapelaans niet meer als ‘zijne domestiquen zullen worden
geconsidereerd’. De Katholieken rondom den Haag kwamen, omdat hunne priesters
en vooral de paters Jezuïeten op aanstoken der Jansenisten uit hunne staties waren
verbannen, in groote menigte naar de kapel van den gezant. Augiers met pater van
der Beke S.J., den heer Eelbode en pater Bosch O. Carm. werkten ijverig om de
Katholieken bij te staan tot ergernis van de jansenistische pastoors. 11 Nov. 1709
moest Augiers verschijnen krachtens bevel van de groot-mogende commissarissen
van Holland voor van Heussen, een der hoofden der utrechtsche scheuring, om
verantwoording te doen over zijne zendbrieven en de erkenning van den door den
Paus benoemden bestuurder
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 79
1 2 ... 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 ... 207 208

Comments to this Manuals

No comments