50
Apparaat opstellen
Geschikt voor het opstellen zijn droge,
ventileerbare vertrekken. Het apparaat
liefst niet direct in de zon of naast een
fornuis, verwarmingsradiator of andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden in
acht:
Naast elektrische of gasfornuizen 3cm.
Naast een CVinstallatie 30cm.
Verwisselen van de deurophanging
Verwisselen van de deurophanging is bij
dit apparaat niet mogelijk.
Apparaat horizontaal
zette n
Afb.2
Het apparaat op de daarvoor bestemde
plaats zetten en stellen.
De voorste schroefvoetjes kunnen
versteld worden.
Let op omgevings
temperatuur
enbeluchting
De klimaatklasse staat aangegeven
ophet typeplaatje. Hiermee wordt
aangegeven bij welke
omgevingstemperatuur het apparaat
gebruikt kanworden.
klimaatklasse
toelaatbare
omgevingstemperatuur
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
!
Attentie
De omgevingstemperatuur mag niet
onder +16°C dalen.
Anders wordt het in de koelruimte te
koudwaardoor gevoelige levensmiddelen
gevaar kunnen lopen.
Beluchting
Afb.3
De verwarmde lucht aan de zijwanden
van het apparaat moet ongehinderd
kunnen wegtrekken. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
Daarom moet aan de zijkanten van het
apparaat een minimumafstand van 4cm
tot de wanden en/of keukenmeubelen in
acht worden genomen.
Deze afstand is ook noodzakelijk om
dedeur minimaal 90º te kunnen openen.
nl
Comments to this Manuals