Bosch KOR-6305 User Manual Page 35

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 48
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 34
80
[122.
2.1
Verslag over
de
verrigtingen aangaande
het
armbestuur over
1875.
Vuur
de
vermeerdering
van b
werden geene redenen
op-
gegeven.
De
vermindering
der
gemelde opbrengst voorc
lag hoofdzakelijk
in
liet ooglijdersgestichl
te
Rotterdam
,
in liet kinderziekenhuis
te
Amsterdam
en in
liet gesticht
voor diaconessen
te
Utreeht.
Het
bestuur
der
inrigting
te Hotterdain
had,
volgens opgave,
in 1874,
abusivelijk,
kapitaal
, het
gestieht toekomende
, bij
gemelde opbrengst
gevoegd;
dat van
liet kinderziekenhuis
te
Amsterdam
ont-
ving
in 1874, op
eene eirculaire
om
giften,
nog f 1100,
bovendien eene .schuldvordering
van do
erfgenamen
van
wijlen
mr. C. A.
('HOMMKI.IN
,
groot
f
4000,
de
belang-
rijke opbrengst
van
eenige uitvoeringen
, ten
voordeele
van
dat gesticht gegeven,
eu nog
ruim
f
2000
aan
gewone
giften, terwijl
in 1875 die
inkomsten slechts bestonden
uit
de
opbrengst
van een
concert,
in het
Amstelhótel
ge-
geven
en uit
eenige
nog al
belangrijke giften
; dat van
de diacoiiessen-inrigting
te
Utrecht
had in 1874
twee
be-
langrijke sommen gelds
ten
geschenke ontvangen: eene
van
f
9280
en
ééne
van f
6000;
in 1875
waren echter
zulke belangrijke liefdegaven niet ingekomen.
De subsidien
, uit
gemeentekassen
aan
ziekenhuizen
ver-
strekt, waren zoowel voor
de
instellingen
a en d
als voor
b
en c
hooger
dan in 1874. Het
verschil voor b
was
echter
onbeduidend
, het
bedroeg slechts
f 99 ; dat van c
beliep
de niet onbelangrijke
som van f
2793.
De
oorzaak daar-
van
lag
grootendeels
in een
subsidie
,
door
den
gemeente-
raad
te
Rotterdam
aan
eene instelling caldaar uitgekeerd,
•wat
in 1874
niet plaats vond.
Het
verschil
in
meer
was
voor
a en d
aanmerkelijk, liet bedroeg
f
11243. Hoofd-
zakelijk
is de
reden daarvan
te
zoeken
in de
groote gast-
huizen
in
Zuid-
en
Noordholland
,
welke meest allen voor
rekening
der
gemeenten worden gehouden.
Het
bedrag
der subsidien klimt
of
daalt
met het
afwisselend beloop
der uitgaven,
dat
grootendeels afhankelijk
is van
liet
grooter
of
kleiner getal zieken. Vermits
nu dat
getal
grooter
was dan in 1874,
moesten
de
subsidien
ook
meer
zijn
dan in dat
jaar.
Bij voormelde
som in 1875
door
de
instellingen
a en d
wegens collecten
en
subsidien ontvangen
, ad. f 427 165
komen
nog de
terug ontvangen verple-
gingskosten,
ad (1)
111095
Te zamen
.
. f
538 260
zoodat
de
onderstand door
a en d in 1875
verstrekt
ad
f 535 447 geheel
was
bestreden
uit de
opbrengst
van col-
lecten,
uit de
subsidien
en uit de
terug ontvangen
ver-
plegingskosten.
Voor
b
werd
in den
onderstand voorzien voor ruim
"/
<0
uit collecten
,
enz., voor bijna 'ƒ40
uit
subsidien
en
voor ruim
20
/
40
uit
inkomsten
van
bezittingen,
enz.;
voor
c
voor ruim
17
j
M
uit
collecten, ruim
3
/
4
, uit
subsidien
en
ruim
:o
/
40
uit
inkomsten
van
he/.ittingen,
enz.
Die inkomsten
van
bezittingen
der
instellingen
a en d
beliepen
f 167 609
tegen
f
192 218
in 1874 en
waren
dus
f
24 609
minder
dan in
laatstgenoemd jaar.
De
oorzaak
hiervan
is te
zoeken eensdeels
in de
belangrijke kapitalen
,
die
te
Haarlem benoodigd waren voor
den
opbouw
van het
nieuwe gasthuis aldaar,
ten
gevolge waarvan
de
renten
van
die
kapitalen niet meer doorgemeld gesticht genoten
•worden
,
anderdeels
in
eene wijziging tier administratie
van
het ziekenhuis
te 's
Hertogenbosch
,
waardoor eene nutte-
looze verhooging
van de
uitgaven, voor zooveel betreft
de
voeding,
enz. en van de
ontvangsten
,
voor zooveel
aan-
gaat
de
gemelde inkomsten
,
opgenomen
in de
tabellen
18
b
en c,
werd vermeden.
Er
bestaat namelijk eene brood-
bakkerij
, ten
behoeve
der
gestichten
,
onder beheer
van
regenten over
de
godshuizen
en de
algemeene armen aldaar
in
een der
gebouwen
,
toebehoorende
aan het
ziekenhuis.
De rekening dier bakkerij
,
jaarlijks
+ f
18
000
bedragende,
werd steeds gevoegd
bij de
ontvangsten
en
uitgaven
van
het gasthuis.
Dit nu is in 1875
niet meer geschied
, om-
dat
het
bakken
van
brood voor
de
andere gestichten
met
het ziekenverplegen
, het
doel
van het
gasthuis, niets
te
maken heeft.
De
nog
niet vermelde ontvangsten
der
ziekenhuizen
a
(1) Hieronder
is
niet begrepen
het
bedrag
van f
4026,
nog in te
vorderen
bjj het
opmaken
der
tabel over
1875.
en
d
zijn
die,
voorkomende
in
kolom
12 van
tabel
18c,
waarvan
de
specificatie voorkomt
op den rug
dier tabel.
ad f4112, zoomede
de
voordeelige saldo's
van
vroegere
dienstjaren , ad f 41 041.
Aan erfstellingen, legaten
en
schenkingen werd
ont-
vangen:
door
de
instellingen
b f 4 865
»
» » c
21007
Uit
al het
vorenstaande blijkt,
dat,
ofschoon
do
burger-
lijke instellingen
van
dezen aard
in
aantal gelijk waren
aan
die der
kerkelijke
en
bijzondere
te
zamen
, zij in om-
vang en belangrijkheid, de laatstgenoemde verre over-
treffen.
Zoo als in
vorige verslagen
ook is
opgemerkt,
ligt
de
oorzaak hiervan
in
vroegere tijden
,
toen
de
zorg
voor
de
armen, voor zoover
die was
geregeld, vooral
en
in
de
eerste plaats zich bepaalde
tot de
zieken,
als de
meest hulpbehoevenden.
Het
verdient echter
de
aandacht,
dat
de
kerkelijke
en
bijzondere liefdadigheid, overeen-
komstig
het
hoofdbeginsel
der wet op het
armbestuur zich
ook
op dit
gebied
in 1875
meer uitbreidde.
Instellingen
ter
werkverschaffing
aan
behoeftiyeti.
De redenen waarom
de
cijfers betreffende deze instellin-
gen niet worden opgenomen
in het
algemeen overzigt
der
geldelijke uitkomsten
van het
beheer
van
alle instellingen
van weldadigheid, zijn vermeld
in het
verslag aangaande
het armbestuur over
1854 en
gelden
ook
voor
1875.
.
In
daartoe ingerigte werkplaatsen.
De hierachter voorkomende tabellen 21
a en b, 22 en 23
wijzen
aan, dat in 1875 het
aantal instellingen
van
deze
soort bedroeg
33,
waarvan
13 tot a en d, 5 tot b en 15
tot
c
behoorden.
In
1874
waren deze cijfers respectivelijk 35,15,
5 en 15.
Het aantal instellingen
a en d
verminderde alleen,
en
wel
met
twee,
een
gevolg
van de
reeds
in het
verslag
over
1874
gemelde opheffing
van het
werkhuis
te
Vught,
en
van de
verandering
van het
werkhuis
te
Amsterdam
in
een armenhuis, waardoor
die
instelling,
zoo als
reeds
is
opgemerkt,
nu
voor
het
eerst onder
de
godshuizen voorkomt.
Ofschoon
het
getal instellingen b noch vermeerderde noch
verminderde,
was er
toch eene verandering ontstaan,
en
wel:
.
door
de
opheffing
vau de
inrigting
te St.
Michiels-
gestel,
en.
door
de
vermelding voor
het
eerst
van die
te Ruinen.
De eerste werd opgeheven,
ten
gevolge
der wet op den
arbeid;
de
laatste,
in 1864
opgerigt door
het
leesgezel-
schap:
» Nut en
Genoegen"
te
Ruinen, werd later over-
genomen door
de
Hervormde diaconie aldaar, die over
1875
voor
het
eerst
de
verlangde opgaven deed.
In Noordbrabant, Gelderland
en
Limburg waren geene
instellingen
van
dezen aard.
In Noordholland, Zeeland
en
Utrecht ontbraken
ook in-
stellingen
a en d, en in
Utrecht, Friesland, Overijssel
en
Groningen instellingen
b.
In
1875
bedioeg
het
getal personen wien werk werd
verschaft door
de
instellingen:
In
de
instellingen
gehuisvest
en
gevoed
of
alleen gevoed.
Niet
in de
instellingen
gehuisvest
of
gevoed.
Totaal.
a
en d ....
*
c
200
42
988
198
424
1188
198
466
Totaal
. .
242
1610 1852
Deze cijfers
waren
in 1874
707
1879
2586
Page view 34
1 2 ... 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 ... 47 48

Comments to this Manuals

No comments