Bosch KOR-6305 User Manual Page 38

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 48
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 37
/
[lil. 2.]
Verslag over de verrigtingen aangaande liet arinbeatuut over
1
s
7r>.
waren belangrijk min.Ier dan in dal jaar. Alleen tenop-
zigte der laatstgenoemde vermindering verden Benige
oorzaken opgegeven. Zoo behoefden te Termunten en
Koordbroek de subsidien niet uitbetaald te worden; in de
eerste gemeente , ten gevolge der boven gemelde opheffing;
i,i de laatste door bel niet werken der instelling aldaar
in 1875. Wegens den buitengewoon gunstigen Anantielen
toestand, waarin de instelling te Oude Pekela verkeerde, ;
bad ook zij geene behoefte aan subsidie.
Ten opzigte van sommige instellingen werd nog go-
meldi dut de ontvangsten de uitgaven verre overtroffen;
van andere, dat /.ij met verlies gewerkt badden.
Zoo als i eds boven
is
opgemerkt , waren over 1875geene
opgaven aangaande de instelling te Oldeboorn ontvangen.
Wegens verwaarloozing in de boekhouding was bet be-
stuur daartoe niet bij magte.
Behalve te Noordbroek, reeds gemeld, badden mede de
instelling te iturum en Wormerveer in 1875 geen wern
verschaft.
Even als in vorige jaren vanehaften onderscheidene be-
sturen van instellingen voor huiszittende armen en van
godshuizen aan hunne bedeelden en verpleegden werk,
zonder dat daarvoor op zich zelve staande instelling-en
bestonden.
Gestichten te Ommerschaus en Veenhuizen.
Tengevolge van het Koninklijk besluit van 10 Bepteml i r
1874,
:f. 14, is met ingang van 1 Januari] daaraanvol-
gende ^'~^ beheer der Bykagestichten Ommerschana en
Veenhuizen van bet Departement van Binnenlandsche
Zaken naar hut Departement van Justitie overgebragt.
Het besluit is genomen naar aanleiding der overweging,
dal de opzending naar en de verpleging in die gestichten
van de daartoe veroordeelden, bet gevolg ia van diorden
strafregter uitgesproken vonnissen, waarojj aan die veroor-
deelden eene aan hunne opzending voorafgaande gevange-
rrisstraf is opgelegd, en dat de regelmaat der administratie
me lebrengt de uitvoering van die maatregelen op te dragen
aan hetzelfde departement van algemeen bestuur, hetwelk
met de uitvoering der veroordeeling tot gevangenisstraf
heiast is.
Van het Departi inent van Justitie zijn aangaande den
toestand van gemelde gestichten in 1875 de volgendie in-
lichtingen ontvangen.
De laarlijksche begrootingen en Staatarekeningen maken
de geldelijke uitkometen van het beheer der inrigtingen
aan de Staten-Generaal hekend.
De bevolking van de gestichten verminderde in 1875
met 381 personen, in tegenstelling van 1873en 1874,toen
zij eenigzins vermeerderde. De vermeerdering in 1873 met
110 personen, trok de aandacht der Commissie uit de
Tweede Kamer. Zij zegt dat in het, Kegeringsverslag over
1873 daaraan kennelijk weinig of geene waarde wordt
toegekend, en is van oordeel, dat, met het oog én op liet
vele werk dat overal tegen hoog loon te vinden was, en
op de vermindering die voortdurend in de laatst voorgaande
jaren werd waargenomen, die toeneming van de bevolking,
juist in dat jaar wel eenige meerdere aandacht verdient.
Hierop moet worden geantwoord, dat, bij de samen-
stelling van het verslag over 1873, die vermeerdering van
bevolking wel de aandacht heeft getrokken, doch dat, bij
gemis aan bescheiden, waaruit kon worden nagegaan wai
van die vermeerdering" de oorzaak was, alleen het feit kon
worden medegedeeld. i)e Regering gaf daarbij echter te
kennen, dat de vrees voor eene zeer groote vermeerdering
van het getal verpleegde bedelaars, geuit bij de behan-
deling der wet van 1 Juni] 1870 {Staatsblad. 85), ook
in 1873 niet was verwezenlijkt. De tabel 27 van dat ver-
slag toont dit aan, want de bevolking beliep:
op 31 December 1873 2960 verpleegden, en
31 » 1869 4700 >
» 31 » 1868 5485 »
> 31 » 1867 5596 »
» 31 » 1866 5475 »
31 > 1865 5424 >
.Men verlieze niet uit het oog dat bet bevolkingscijfer,
zoolang de gestichten bestaan, afwisselend geweest is,
en het ligt in den aard der inrigtiiig wel afwisselend
zal blijven. Was het in 1873 ook al eonigermato toege-
noinen , was dit mede hel geval in 1874, aanmerkelijk
kan daarentegen de daling in 1875 genoemd worden.
Omdat de o|izending van bedelaan naar de gemelde
gestichten, zoo als hierboven werd opgemerkt, het gevolg
is van door den strafregter uitgebroken vonnissen, zijn
om aan de Kamer de verlangde i phel 'ering te kunnen
geven, ook bij bet Departement van Justitie pogingen
aangewend om de oorzaak der gemelde vermeerdering op
te sporen, doch met geen gunstig gevolg.
Beseheiden, waaruit blijkt wat de oorzaak is, dat in
1873 meer personen dan in het laatst voorgaande jaar ter
zake van bedelarij of landloo[ierij tot opzending naar de
bedelaarsgestichten werden veroordeeld , waren bij dat
Departement niet aanwezig.
Volgens dat Departement zouden dergelijke beseheiden
niet te verkrijgen zijn ; is rijzing of daling van het be-
volkingscijfer der genoemde gestichten van vele en velerlei
omstandigheden afhankelijk, welke niet bekend zijn of
slechts in onderstellenden zin genoemd zouden mogen
worden.
Alleen kan , met opzigt tot de belangrijke vermindering
van de bevolking der gestichte: in 1875, worden ge-
wezen op de maatregelen, welke zijn genomen, om het
verblijf in de gestichten minder aanlokkelijk te maken.
<>ok beeft tot die vermindering bijgedragen bettU88cben-
tijdscll ontslag aan velen t. egestaan , in de verwachting,
dat de indruk der bedoelde maatregelen van het terug*
keeren naar de gestichten zou afschrikken.
De maatregelen in het Verslag van 1870 vermeld,
werkten ook in 1875 gunstig.
Het getal ontvlugten bedroeg 70; hiervan zijn terug-
gebragt of teruggekeerd 51.
Van de 2517 (behalve militairen en enkele weezen) op
ultimo December 1875 in de gestichten aanwezige bede-
laars , landloopers en vrijwilligers waren :
322 voor
de
1ste maal 13
pet.
427
»
2de
»
17
»
337
»
3de
»
13,4
r>
291
»
4de
»
11,0
»
2G9
»
5de
»
10,7
240
»
6de
»
9,5
1
237
I
7de
9,5
T>
134
t>
8ste
»
5,3
»
97
»
9de
7>
4
»
70
»
10de
»
2,7
»
83
»
11de
1>
3.3
»
Het getal overledenen bedroeg 161 of 5*/i pet. van het
gemiddeld getal verpleegden ; in 1874 was het sterfte-
cijfer 117.
De gezondheidstoestand was, met uitzondering van het
gesticht Ommerschans alwaar zij gunstig kon genoemd
worden, niet zoo bevredigend als in het voorgaande jaar.
Als redenen hiervan woi den opgegeven, het heerschen van
mazelen , hoewel deze zich door een goedaardig karakter
onderscheidden, zoomede' de aankomst in de gestichten van
meer oude en zwakke personen dan vroeger werden op-
genomen.
Het getal ooglijders dat op 1 Januarij 1875, 172 be-
droeg', was op het einde van liet jaar 140. Bij den aan-
vang van 1875 bedroeg het getal lepralijders, verpleegd
iu het uitsluitend voor hen bestemd locaal, 10 ; in den loop
van het jaar zijn er 2 bijgekomen. Allen bleven op het
einde des jaars in behandeling. In het nachtleger dier lijders
werd eenige verbetering aangebragt.
Orde en gezag werden zooveel mogelijk en met goed
gevolg gehandhaafd.
Page view 37
1 2 ... 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 ... 47 48

Comments to this Manuals

No comments