Bosch KOR-6305 User Manual Page 43

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 48
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 42
4;
[122. 2.]
Verslag over du rerrigtingen aangaande het armbestuur over JS75.
is magtiging verleend
de
bank te Amersfoort, tot dusverre
onder eigen beheer. te verpachten voor den tijd van één
jaar. niet ingang vun 1 Jnnuarij 1870. De reden, \\aar-
om die overgang wenaoindijk werd geacht, was: de ge-
meente In bel vervolg te vrijwaren voor verliezen als in
de laatste jaren , wegens mindere beleonlngen geleden.
Xieken- en bet/ra feniisbuwu.
Volgena de ontvangen opgaven was liet aantal Lij do
gemeentebesturen bekende staken* en begrafenitbunen ge-
lijk aan dat van het vorige jaar.
Uit de tabellen 30a en b over heide jaren blijkt, dat dit
getal 376 bedroeg.
Was echter bet aantal instellingen in beide jaren gelijk,
die tabellen toonen tevens aan, dat er toch veranderingen
hehhen plaats gehad; sommige komen niet meer op die
van 187") voor; andere zijn alleen op die van dat jaar ver-
meld. Ben en ander is liet gevolg van opheffing en op-
rigting van butsen. Zeven werden er opgeheven en een
gelijk getal opgerigt of voor bet eerst vermeld
De eerstgenoemde rijn gevestigd geweest te Bergen op
Zoom 1 , Rotterdam 2, Gouda 1, Krommenie 1, Zaan-
dam 1 en Workiini 1 ; de laatste werden aangetroffen te
Neede 1, 'sGravenhage 1, Zijpe 1, Harluigen 1, War-
ga 1, Zwolle 1 en Haasbrèe 1.
Daar de besturen van sommige bussen weigerden om
opgaven te verstrekken , loopen de cijfers der meergemelde
tabellen over 260 instellingen van dien aard.
De reden van het getal deelnemers tot de bevolking was
weder toegenomen. Zij bedroeg 155,19 tegen 152,21 in
1874 op de 1000 zielen.
Die reden was in:
Noordbrabsnt 3.21
Gelderland 17,90
Zuidholland 452,07
Noordholland 133.95
Zeeland 99,41
Utrecht 29,58
Friesland 379,40
Overijssel 40,99
Groningen 9,78
Drenthe 3,31
Limburg 11,39
Zij was, vergeleken met 1874, hooger voor Gelderland,
Zuidholland , Noordholland , Zeeland , Friesland en Over-
ijssel ; lager voor Noordbrabant, Utrecht, Groningen en
Drenthe , dezelfde voor Limburg. De meeste toeneming had
plaats in Friesland, waar zij van 308,14 tot 379,40 klom.
Het bedrag van den onderstand, omgeslagen over het
getal ondersteunde personen , was per hoofd over het ge-
heel f 21,28 tegen f 21,03 in 1874.
In 1875 was het, in :
Noordbrabant f 13,80
Gelderland 11,02
Zuidholland 110,67
Noordholland 5,26
Zeeland 29,61
Utrecht 24,13
Friesland 47,30
Overijssel 20,89
Groningen 31,31
Drenthe 19,14
Limburg 7,81
Het bedrag per hoofd was lager dan in 1874 in (ielder-
land , Zuidholland, Friesland, Overijssel , (ironingen,
Drenthe en Limburg'; booger in Noordbrabsnt
i
Noord-
holland, Zeeland en Utrecht. Het verschil was het grootst
in laatstgenoemde
proviuoie;
bet beliep daar f 24,13 tegen
f I7,ü;i in 1874, waarvoor achter geene redenen rijn op-
gegeven.
vergeleken met 1874 was er meer uitgegeven voor
riekongelden f
19
925, voor begrafenisgelden f 91077,
voor geneesmiddelen f 10593 en voor toelagen aan genees-
on heelkundigen f il 191. Die vermeerderde uitgaven rijn
hoofdzakelijk toe te schrijven aan het grooter getal deel~
nemers dat van 573 434 in 1874 tot 591 186 in 1875 klom,
en aan liet ruimer getal ondersteunde personen , dat 5540
meer beliep dan in eerstgenoemd jaar. Voor zoo verre er
bijzondere oorzaken voor de verschillen in meer zijn opge*
geven, komen zij in de kolom » Aanmerkingen" van
tabel 30a voor.
Het spreekt overigen! van
zelf,
dat zich ten opzigte
van dit alles van liet eene jaar tot het andere hij de ver-
schillende instellingen, meer of minder beduidende afwis-
selingen voordoen . waarvoor niet altijd bepaalde redenen
zijn op te geven.
Voor onderhoud van gebouwen enz., en voor alle ko.-ten
van administratie werd f 182429 uitgegeven tegen f171 190,
en dus meer f 11 239.
Het kapitaal, dat belegd werd, overtrof het te gelde
gemaakte met f 126 603. Die uitkomst deed zich vooral
in Friesland voor, waar het alleen f 105 838 in meer be-
droeg; voorts in mindere mate in Gelderland, Zuidholland,
Noordholland, Zeeland, Overijssel on Gelderland.
In Noordbrabant werd noch iets te gelde gemaakt, noch
belegd ; in Drenthe en Limburg alleen een klein bedrag
te gelde gemaakt, niets belegd; in Utrecht overtrof het
afgeloste het belegde met f 750.
De VOOfdeelige sloten van rekening waren f 244 665
meer dan in 1874.
Ook alle overige ontvangsten bedroegen meer dan in
laatstgenoemd jaar; een natuurlijk gevolg van bet grooter
getal deelnemers.
In zoo verre bijzondere oorzaken dienaangaande door
enkele besturen van bussen werden medegedeeld, komen
zij voor in de kolom » Aanmerkingen" van tabel 30 b.
Door eenige bussen werden hij voortduring, uit voor-
deelige sloten van rekening, aan deelnemers en aan leden,
die een bepaalden ouderdom bereikt hadden, of die als
blijvend gevolg van ziekten , voor arbeid ongeschikt waren,
weder uitkeeringen gedaan ; de leden van sommige andere
busseu verdeelden ondorliiiir, de voordeelijre saldo's.
Spaarbanken.
Het getal spaarbanken, vermeld in de ontvangen opga-
ven der onderscheidene collegien van Gedeputeerde Staten,
en opgenomen in de tabellen 31 a en b van dit verslag,
bedraagt 223.
Er werden spaarbanken opgerigt te Vegbel, Hummelo
en Keppel, Oosterdijk , gemeente Andijk en Oldeboorn.
De oprigting in de beide eerste gemeenten geschiedde
door bijzondere personen en in de beide laatste door de
betrokken afdeelingen der Maatschappij tot Nut van 't A1-
gemeen.
Voor het eerst i's de spaarbank van het Nederlaudsch
onderwijzersgeuootschap, waarvan de zetel te Amsterdam
is gevestigd, onder het getal spaarbanken in de bovenge-
noemde tabellen vermeld; de cijfers van ontvang en uitgaaf
van die bank komen mede daarin voor de eerste maal voor.
Het is gebleken dat er niet één maar twee spaarbanken
te Oosterhout bestaan.
De spaarbanken te Warga en Reek werden opgeheven.
Ten opzigte der banken te Arum en Wommels zijn in
1875 de noodige opgaven ontvangen.
Omtrent 11 van de 223 banken zijn geene opgaven ver-
strekt. Die instellingen waren gevestigd te Waalwijk,
Oosterhout, Sprang, Veghel, Nijkerk, Wamel, Boskoop,
Montfoort, Soest en Scheemda.
Het bestuur van de inrigting te Veghel was daartoe
wegens het kortstondig bestaan niet in de gelegenheid; ze
trad op het einde van December 1875 eerst in werking.
Page view 42
1 2 ... 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48

Comments to this Manuals

No comments