Bosch 1644-24 User Manual Page 208

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 207
131
schiedenis en in 1862 rector. In 1878 vierde hij zijn 40-jarig jubileum als docent en
trad als rector af.
Na zijne komst in den Haag had Beijnen zich aangesloten bij het letterkundig
genootschap ‘Oefening kweekt kennis’, en nam hij een zeer werkzaam aandeel in
de Maandagavondlezingen. Vele van de door hem daar gehouden lezingen zijn
bewaard gebleven in de Genootschapsbundels. Hij moet een spreker met zeldzame
gaven zijn geweest. Aan een degelijken inhoud en een gekuischten vorm paarde
hij eene voordracht vol gloed en leven. In 1842-43 wekte hij de werkende leden van
‘Oefening’ op om zich te oefenen in de kunstmatige voordracht. Als gevolg hiervan
werd onder zijn voorzitterschap het gezelschap ‘Mnemosyne’ gesticht. Dit gezelschap
heeft slechts een vijftal jaren bestaan. Toen Beijnen later geen lezingen meer hield,
improviseerde hij dikwijls op meesterlijke wijze over een onderwerp, dat hij overdacht
had.
Naast de academische studiën in de klassieke talen en de beoefening der
welsprekendheid heeft de liefde tot de kunst Beijnen zijne gansche leven bezield.
Zijne waardeering van de kunst moet geheel uit zijne godsdienstige persoonlijkheid
verklaard worden. De kunst was voor hem eene gave Gods en de religieuse
kunstenaar was Beijnens ideaal. Vele studiën over de oude hollandsche en de
italiaansche meesters zijn door hem in de
Kunstkroniek
uitgegeven. Onder de
schilders van den nieuwen tijd vereerde hij bovenal Arij Scheffer en Cornelis
Kruseman. Ook aan zijne herhaalde bezoeken aan Italië heeft menig opstel in dit
tijdschrift de herinnering bewaard. Ter gelegenheid van de onthulling van
Rembrandt's standbeeld te Amsterdam, 27 Mei 1852, voerde Beijnen het woord.
Op het terrein van het onderwijs heeft Beijnen gedurende een tijdperk van veertig
jaar de eervolste plaats ingenomen. Hij was, naar de mededeelingen van vele zijner
leerlingen uit vroegeren en lateren tijd, een uitstekend docent: hij was streng maar
over onbillijke of onrechtvaardige behandeling had niet één zijner leerlingen zich
ooit te beklagen. Hij behoorde tot de voorstanders van het christelijk onderwijs en
verleende in 1849 zijne medewerking om in den Haag de eerste vrije christelijke
school op te richten. De strijd voor het onderwijs was voor hem eene paedagogische
en niet eene politieke kwestie. Hij geloofde alleen aan de toekomst van de christelijke
school, onder voorwaarde, dat de onderwijzers bezield door een echt-christelijken
geest, ook goede opvoedkundigen waren en hun onderricht naar den eisch des tijds
zoo degelijk maakten als mogelijk was en allerminst de school deden ontaarden in
eene kweekplaats van confessioneele orthodoxie.
Buiten het gymnasium werd Beijnen geroepen om onderwijs te geven in de
nederlandsche taal- en letteren, eerst aan H.H. Prinses Hendrik, later aan H.M.
Koningin Emma.
Bij zijn aftreden als rector in 1878 werd hij gehuldigd in den foyer van het Gebouw
van Kunsten en Wetenschappen. Ook op zijn 80-sten geboortedag, 29 September
1891, werd hem door vrienden en oud-leerlingen hulde gebracht.
Beijnen was vele jaren lid van den raad van bestuur der Academie van beeldende
kunsten, ouderling der Ned. Herv. Gemeente en lid van de Plaatselijke
schoolcommissie te 's Gravenhage.
Van zijn geschriften zijn te noemen:
Lot
-
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 207
1 2 ... 203 204 205 206 207 208

Comments to this Manuals

No comments