Bosch 1644-24 User Manual Page 48

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 208
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 47
27
89). Alles bij opdracht van zijn vader aan den graaf, met de bedoeling dat deze er
Barthout mee zou verlijen. Denkelijk in dat jaar 1315 is Barthout gehuwd met
Catharina, bastaarddochter van Dirk van de(n) Wale (= Dirk van
Duivenvoorde). Haar moeder moet een onvrije vrouw zijn geweest; Barthout
verviel door dit huwelijk, volgens de gewoonte der tijden, tot den stand der onvrijen,
doch dit werd 20 Januari 1317 door grafelijk gunstbewijs te niet gedaan, doordat
aan B. en zijn vrouw op dien datum (weder) de rechten van vrije lieden werden
geschonken (jhr. Mr. W.A. Beelaerts in
Ned. Leeuw
XL, 129-144). Van schout
was hij in 1320 ambachtsheer geworden (
Reg. Hann.
, bl. 89). 17 Mei 1328 koopt
Barthout van Jan van Rietwijk een bezitting bij Heemskerk. Het was een halve hoeve
met woning, werf, laan enz., sedert opgewassen tot een deftige edelmanswoning,
met grond- en rechtsgebied, de woonplaats van het hoofd van het geslacht. In 1454
wordt dit goed voor het eerst met den naam ‘Assumburg’ genoemd (
Bijdr. Vad.
Gesch. en Oudh.
IVe R. X, 402).
Of B. van A. nog hertrouwd is met Margaretha van Polanen, zooals de
oude genealogieën beweren, is aan twijfel onderhevig. Bij zijn (eerste) echtgenoote
C.v.d.W. won hij minstens twee kinderen: Dirk (1) en Gerrit (2), die beiden volgen.
Mogelijk was nog een zoon: Jan Bairtoutszoen van A., die 19 Nov. 1371
de ‘maalerije’ (opbrengst van het gemaal) binnen Haarlem ontving (v. Mieris III,
262), terwijl de oude geslachtslijsten nog melding maken van een dochter
Geertruid, die met Henrik van Homoet was gehuwd.
Zie:
Mdbl. Ned. Leeuw
a.b.;
Alg. Ned. Fam.bl.
III, 184;
Wapenheraut
VIII, 51-55,
XIII, 465-471;
Bijdr. v. Vad. Gesch. en Oudh.
IVe R. dl. VII, 160, 161; P.L. Muller,
Regesta Hannonensia
(1882), 60, 89;
Het Huis, Oud en Nieuw
(1908).
Regt
[Assendelft, Barthout van (2)]
ASSENDELFT (Barthout van) (2), geb. omstr. 1360, overl. in 1443, zoon van Gerrit
(2) en van Stevina van Haerlem. Hij werd op ‘Jaersavent’ 1392 verlijd met
de goederen van zijn oom Dirk Barthoutsz en ontving alzoo de
ambachtsheerlijkheid van Assendelft. Nadat hij echter was gehuwd met Nathalia,
bastaarddochter van hertog Albrecht van Beyeren werd de
ambachtsheerlijkheid een vrije heerlijkheid met hooge en lage jurisdictie (volgens
verlijbrief van 1 Dec. 1400).
In den oorlog tegen de Friezen wordt ook heer B.v.A. 3 Mei 1398 opgeroepen om
den hertog met 5 gewapenden te dienen (van Mieris III, 673). Hij was dus toen
geen onbeteekenend man. Ook volgt hij hertog Willem in den arkelschen krijg; 6
April 1405 krijgt hij aanschrijving om met 3 glaviën te Bodegraven te komen ‘in 's
graven voederinge’ (
a.w.
IV, 13, 20). In 1407 lag hij met zijn manschappen binnen
Woudrichem (a.w. IV, 84). Den 25. Sept. 1410 stelde hertog Willem hem en heer
Willem van Gent aan de stad Haarlem tot borgen voor 700 kronen, die zij aan
den hertog leende om de schuld van Coenraad van Herlaer te voldoen. Bij
deze gelegenheid wordt Barthout voor de eerste maal ridder geheeten, zoodat hij
mogelijk in den arkelschen krijg tot ridder is geslagen (v. Mieris IV, 153). Voldeed
hertog Willem niet aan zijn verplichtingen, dan zouden de genoemde borgen, binnen
acht dagen na de aanmaning der stad, elk met 3 knechten en 4 paarden te Haarlem
in leisting komen. 2 April 1415 is hij met verscheidene voorname edelen getuige
van hertog Willem bij de uitspraak
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Page view 47
1 2 ... 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 ... 207 208

Comments to this Manuals

No comments